Het is 11 november, dus St. Maarten.
“Waf, gezellig, er word aan de deur gebeld. Huh, waarom mag ik er niet naartoe? Het zijn toch kindervriendjes? Ze staan met Sjaak te praten, Ik wil er ook bij. Wafwaf”
Het is St.Maarten, dus er komen een paar kinderen langs. Ze bellen aan en gaan dan gezellig hun liedje zingen. Dexter moet wel in de kamer blijven, want hij vind het altijd leuk om mensen te begroeten. Helaas weten kleine kinderen niet goed wat ze met zo’n hondje moeten die daar dan aan komt springen en hun probeert te likken.
Dexter staat al direct klaar bij de kamerdeur als er aangebeld word, dus is erg moeilijk tegen te houden. Want reken maar dat hij dan snel kan zijn. Voor je er erg in hebt, glipt hij achter je benen langs en wurmt zich razendsnel door de deuropening.
Hij is dan dus erg moeilijk tegen te houden.
Om angstige kinderen te voorkomen, word Dexter op de bank gezet. Daar springt hij niet snel vanaf, mits hij een kat in de tuin ziet, maar voor iets anders blijft hij onrustig op de bank.
Dexter begrijpt er niets van. Hij kijkt mij dan ook steeds vragend aan.
“Waf, waar blijven ze nu? Komen ze dan niet bij mij? Waf, ik ben toch aardig?”☺︎